Minister Kamp heeft Kamervragen beantwoord over het handhaven door de Nederlansche Bank van een gunstiger rekenrente voor pensioenfondsen.
De minister benadrukt dat de Nederlandsche Bank (‘DNB’) op basis van artikel 126 Pensioenwet en artikel 2 Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen (‘FTK’), de bevoegdheid heeft om in bijzondere economische omstandigheden in te grijpen in de bepaling van de methode voor de berekening van de technische voorzieningen. De huidige marktomstandigheden zijn volgens de minister uitzonderlijk. Om die reden heeft DNB, in overleg met het Ministerie SZW, besloten tot een rentemiddeling over een periode van drie maanden bij de bepaling van de rentetermijnstructuur (‘RTS’) van december 2011 tot en met maart 2012. Vanuit zowel de pensioen- als de verzekeringssector is aan DNB gevraagd om meer duidelijkheid te verschaffen rondom de maandelijkse beoordeling van de RTS. Door de intentie uit te spreken om rentemiddeling te continueren, totdat duidelijk is wat de gevolgen zijn van de hoofdlijnen van het nieuwe financiële toetsingskader voor pensioenfondsen, beoogt DNB bij te dragen aan rust en duidelijkheid voor de sector. Na publicatie van het nieuwe FTK zal het kabinet, mede in overleg met DNB, de Stichting van de Arbeid en de Pensioenfederatie, bezien in hoeverre het nieuwe FTK kan worden betrokken bij de vaststelling van de premiestelling voor 2013 en de eventueel in dat jaar door te voeren kortingen.