Minister Kamp heeft Kamervragen beantwoord over de gevolgen van de wijziging van de ingangsdatum AOW naar de dag van de verjaardag.
Voor twee derde deel van de mensen met een lopende VUT- en prepensioenregeling is de wijziging van de ingangsdatum AOW geen probleem. Voor hen loopt het prepensioen door tot het moment waarop de AOW-uitkering begint, ook in de nieuwe situatie. Voor één derde deel van deze groep mensen kan het verschuiven van de ingangsdatum AOW echter wel een probleem zijn. De onderhavige wetswijziging houdt in dat de ingangsdatum AOW wordt verschoven naar (lees: aansluit bij) de (gewijzigde) leeftijd waarop het recht op AOW ontstaat. Door deze wetswijziging wordt vanaf 1 april 2012 het recht op AOW-ouderdomspensioen met gemiddeld een halve maand uitgesteld. Dit betekent dat mensen gemiddeld eenmalig € 415 bruto minder AOW uitgekeerd krijgen. Bij pensioenfondsen met een thans lage dekkingsgraad, is er dan geen buffer die ingezet kan worden om het effect van de verschoven ingangsdatum van de AOW op te vangen. Het feit dat pensioenfondsen nog geen oplossing hebben kunnen vinden voor dit effect, ligt volgens de minister niet aan de korte voorbereidingstijd (van de wetswijziging). De eerste gesprekken met pensioenfondsen dateren van begin 2011. Oorspronkelijk zou het wetsvoorstel op 1 januari 2012 in werking treden. Om zorgvuldigheidsredenen is de inwerkingtreding drie maanden uitgesteld, zodat alle betrokken partijen meer tijd hadden om zich voor te bereiden. Uiteindelijk is het al dan niet aanpassen van vroeg- en prepensioenregelingen een zaak van sociale partners, aldus de minister.