Minister Kamp heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over het inzicht van DNB in benchmarks van pensioenfondsen. Dit n.a.v. vragen van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Minister Kamp heeft de Tweede Kamer laten weten dat de Nederlandsche Bank (“DNB”) naar eigen zeggen voldoende inzicht heeft in de benchmarks van pensioenfondsen. De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid had hierover kanttekeningen geplaatst naar aanleiding van een DNB-rapport.
Met ingang van 2012 zijn de rapportages over beleggingsrendementen aangepast. De pensioenfondsen rapporteren vanaf dit jaar aan DNB per kwartaal het totaal rendement van het fonds, de rendementen van zeven verschillende beleggingscategorieën en het benchmarkrendement per categorie. De rendementen van de pensioenfondsen zijn hierdoor beter te vergelijken, zowel onderling als ten opzichte van hun benchmark. Mocht er nu of in de toekomst behoefte zijn aan aanvullende informatie over de benchmarkrendementen, dan ziet DNB binnen de huidige wetgeving voldoende ruimte deze informatie bij de pensioenfondsen op te vragen.
De benchmarkrendementen zijn volgens de minister overigens slechts een onderdeel van het reguliere toezicht op het beleggingsbeleid. DNB kan aanvullende informatie ontlenen aan de actuariële en bedrijfstechnische nota’s, waarin de pensioenfondsen hun beleggingsbeginselen hebben vastgesteld. Als het feitelijke rendement vaker dan incidenteel afwijkt ten opzichte van andere fondsen, dan wel ten opzichte van de zelf gekozen benchmark, dan vraagt DNB het fonds om een toelichting, zo nodig ook over de gehanteerde benchmarks. De toelichting kan aanleiding zijn voor een diepgravend beleggingsonderzoek bij het fonds.