• Home
  • Contact
  • Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Home
  • Contact

FMLA

Financial Markets Lawyers

Financial Markets Lawyers

AFM informeert woningcorporaties over vergunningplicht adviseurs

15 november 2012

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft woningcorporaties geïnformeerd over de vergunningplicht voor financieel adviseurs.

Naar aanleiding van recente gebeurtenissen bij woningcorporaties heeft de AFM, samen met het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV), alle woningcorporaties een brief gestuurd om de regels rondom vergunningen toe te lichten. De AFM vindt het belangrijk dat woningcorporaties weten met welke partij ze zaken doen en welke regels er gelden. De AFM constateert dat op de markt voor rentederivaten en treasury -dienstverlening verschillende partijen actief zijn. Dergelijke partijen hebben in veel gevallen een vergunning van de AFM nodig. Indien een woningcorporatie gebruik maakt van een adviseur die adviseert over derivatentransacties of betrokken is bij de totstandkoming daarvan, raadt de AFM aan na te gaan of de partij beschikt over een vergunning. Woningcorporaties kunnen dit controleren door het register van de AFM (www.afm.nl/registers) te raadplegen. Mocht een adviseur niet in het bezit zijn van een vergunning, dan is het volgens de AFM raadzaam om zijn activiteiten te toetsen aan onderstaande punten. - Vergunningplichtige activiteiten Het is verboden in Nederland zonder een daarvoor benodigde vergunning beleggingsdiensten te verlenen. Het gaat in ieder geval om: 1. in de uitoefening van een beroep of bedrijf ontvangen en doorgeven van orders van cliënten met betrekking tot financiële instrumenten; en 2. in de uitoefening van beroep of bedrijf adviseren over financiële instrumenten, zoals een rentederivaat (beleggingsadvies). Wanneer een adviseur alleen adviseert over kapitaalstructuur, bedrijfsstrategie en daarmee samenhangende aangelegenheden, zoals advisering en dienstverrichting op het gebied van fusies en overnames van ondernemingen, ziet de AFM dit als een zogenaamde nevendienst. Deze nevendienst is niet (zelfstandig) vergunningplichtig. - Financiële instrumenten Om te bepalen of een adviseur heeft geadviseerd over of voor een woningcorporatie heeft bemiddeld in financiële instrumenten, moet de corporatie nagaan of gebruikt wordt gemaakt van één of meer van onderstaande instrumenten: 1. (rente)derivaten; 2. effecten (verhandelbare aandelen,verhandelbare obligaties of elk ander verhandelbaar waardebewijs); en/of 3. rechten van deelneming in een beleggingsinstelling. De AFM nodigt woningcorporaties uit om contact met hen op te nemen, als ze nog vragen of opmerkingen hebben over de vergunningplicht van een adviseur.

Bron: http://www.afm.nl/nl/professionals/afm-actueel/nieuws/2012/nov/woningcorporaties.aspx

Geplaatst in: Financial Services Regulation News

AFM: pensioenfondsen en informatie over kortingen 2013

12 november 2012

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 12 november jl. aan pensioenfondsen die op 1 april 2013 een korting doorvoeren een brief gestuurd. Hierin wijst de AFM op het informeren van alle belanghebbenden en de wijze waarop dat moet gebeuren. De AFM zegt o.a. het volgende.

Wanneer een pensioenfonds op basis van het herstelplan 2011 en de dekkingsgraad op 31 december 2012 een korting per 1 april 2013 moet doorvoeren, is het volgens de AFM de bedoeling dat alle belanghebbenden uiterlijk op 1 maart 2013 schriftelijk hierover worden geïnformeerd. De (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en werkgever(s) zijn volgens de Pensioenwet te zien als belanghebbenden. Ex-partners van (gewezen) deelnemers kunnen ook belanghebbenden zijn.

Pensioenfondsen moeten volgens de AFM een duidelijke uitleg geven over de samenhang van de maatregelen en de gevolgen voor de verschillende groepen deelnemers. Pensioenfondsen dienen, voor zover mogelijk, in een kortingsbrief te vermelden of de korting naar verwachting voldoende is om de dekkingsgraad op het gewenste niveau te krijgen. Deelnemers krijgen volgens de AFM hierdoor meer inzicht in de kans dat de korting gevolgd wordt door een evt. nieuwe korting.

De AFM acht het verder van belang dat deelnemers over de onherroepelijkheid van de korting worden geïnformeerd. Pensioenfondsen dienen daarbij aan te geven dat ze op dit moment geen uitspraak kunnen doen over het in de toekomst (gedeeltelijk) ongedaan maken van de korting. Hierdoor worden volgens de AFM eventuele onterechte verwachtingen bij deelnemers weggenomen.

Volgens de AFM zijn belanghebbenden er verder bij gebaat om duidelijk te worden geïnformeerd. De AFM raadt fondsen in dit kader aan om alle informatie over de hoogte van de korting, de belangenafweging, de kans op een nieuwe korting en de onherroepelijkheid van de korting op één moment te verstrekken, in de vorm van een kortingsbrief.

De AFM vindt het ook belangrijk dat deelnemers inzicht krijgen in de effecten van de toegepaste korting. De AFM verzoekt pensioenfondsen om deelnemers te helpen door hen inzicht te geven in de pensioenaanspraken vóór en na toepassing van de korting. Door beide bedragen naast elkaar te plaatsen zijn deelnemers beter in staat het effect van de korting te begrijpen.

Pensioenfondsen die de korting op een andere datum toepassen, hebben een afwijkende brief van de AFM ontvangen. Tot slot bevat de nieuwsbrief informatie over het UPO 2013 en hoe hierin om te gaan met eventuele kortingsmaatregelen. Dit met als doel dat de financiële gevolgen van de korting ook al zichtbaar worden op het UPO 2013, i.p.v. het UPO 2014.

Bijlage:Brief kortingsinformatie

Geplaatst in: Nieuws Pension Sector

Banken en compliancerapportages

26 oktober 2012

Banken zijn verplicht om minstens één keer per jaar intern te rapporteren over aangelegenheden met betrekking tot de naleving van wettelijke regels en interne regels. De bedoeling van deze compliancerapportages is als volgt.

De Nederlandsche Bank (“DNB”) heeft in een recente publiatie nog eens uitgelegd wat de compliancerapportages wordt bedoeld. Compliancerapportages zijn volgens DNB bedoeld voor: (i) de beleidsbepalers van de bank en eventueel (ii) het interne orgaan dat toezicht houdt op de naleving van wettelijke regels en interne regels in het beleid en de praktijk van de bank. Het is aan de compliance-officer(s) om dit rapport te maken. Wanneer er tekortkomingen worden geconstateerd, moet de compliance-officer duidelijk maken welke maatregelen genomen zijn. Met een volledige verantwoording kunnen beleidsbepalers zich volgens DNB goed op de hoogte stellen en daardoor effectiever opereren. Het belang van de compliancefunctie moet volgens DNB niet worden onderschat. Als deze functie niet naar behoren is ingevuld, dan kan een bank volgens DNB aanzienlijke risico’s lopen: interne misstanden kunnen tot problemen en reputatieschade leiden. De wettelijke verplichting voor het opstellen van de compliancerapportages volgt uit artikel 21 van het Besluit prudentiële regels Wft. Dat artikel zegt samengevat het volgende. Banken beschikken over een organisatieonderdeel dat op onafhankelijke en effectieve wijze een compliancefunctie uitoefent. Dit organisatieonderdeel heeft als taak het controleren van de naleving van wettelijke regels en van interne regels die de bank (of bijkantoor) zelf heeft opgesteld. Het organisatieonderdeel van een bank, die ingevolge de wet in Nederland beleggingsdiensten mag verlenen of beleggingsactiviteiten mag verrichten, heeft verder als taak: a. Het adviseren van de personen die verantwoordelijk zijn voor het verlenen van beleggingsdiensten of het verrichten van beleggingsactiviteiten bij de naleving van wettelijke regels en interne regels. b. Het toezien op de deugdelijkheid en effectiviteit van de interne regels en procedures. c. Het beoordelen van de effectiviteit van de procedures en maatregelen om gesignaleerde onvolkomenheden bij de naleving van wettelijke regels en interne regels op te heffen; en d. Het ten minste jaarlijks rapporteren aan de dagelijks beleidsbepalers van de bank en eventueel aan het orgaan (voor zover aanwezig) dat is belast met toezicht op het (algemene) beleid van de bank inzake aangelegenheden m.b.t. de naleving van wettelijke regels en interne regels. In het geval van gesignaleerde tekortkomingen, moet met name worden vermeld of er maatregelen zijn genomen.

Bron: http://www.dnb.nl/publicatie/publicaties-dnb/nieuwsbrief-banken/nieuwsbrief-banken-oktober-2012/dnb279889.jsp

Geplaatst in: Financial Services Regulation News

Dutch legislative proposal AIFM Directive adopted by Dutch Lower House

3 oktober 2012

On 2 October 2012 the Dutch Lower House adopted the Dutch legislative proposal implementing the Alternative Investment Fund Managers Directive (AIFMD) in Dutch law. As a result of that proposal, a very large number of currently exempted fund managers will become subject to supervision.

The bill (the “Bill”) implementing the Alternative Investment Fund Managers Directive in the Netherlands was put before the Dutch Parliament on 19 April 2012. The Bill introduces a licensing requirement for Netherlands-based managers of one or more “alternative investment funds” (“AIFs”), being any collective investment scheme that is not subject to authorisation under the European Directive regulating Undertakings for Collective Investment in Transferable Securities (“UCITS”). As a result of the Bill, nearly all existing Dutch exemptions (€100,000 exemption, “qualified investors only” exemption, less than 150 offerees exemption) will be repealed. AIF managers (or self-managed AIFs) currently relying on these exemptions will require a license. In addition, currently licensed AIF managers and self-managed AIFs will need to obtain a new license from the Dutch Authority for the Financial Markets (“AFM”). The Bill also introduces a large number of amendments to the current Dutch framework for (managers of) non-UCITS these licensed collective investment schemes, including: (i) new rules on “depositaries”; (ii) changes in outsourcing rules; (iii) new (ongoing and incidental) reporting requirements; (iv) new investor disclosure requirements; (v) new governance and organisational requirements (risk management, liquidity, valuation, etc.); and (vi) new remuneration rules. Amendment of MP Huizing The Lower House further adopted an amendment which was submitted by the Member of Parliament Huizing. Pursuant to this amendment, managers of AIFS in which only pension funds invest do not fall within the scope of the Bill. Prior to the vote on the amendment, Minister of Finance De Jager sent a letter to the Lower House, in which he explicitly advised against adoption of the amendment. In that letter, the minister also quoted the position of the AFM and the Dutch Central Bank who both wish to supervise managers of pension assets. The Lower House, however, ignored the advice of the minister and adopted the amendment. Next steps After the adoption of the Bill by the Lower House, the Proposal will be sent to the Upper House. The AIFMD must be implemented in Dutch law by 22 July 2013. Newly registered managers will need to obtain a license by that date. Currently licensed managers will need to comply with the new Bill by the same date and to obtain a new license from the AFM.

Source: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33235

Geplaatst in: Nieuws Asset Management

Dutch legislative proposal AIFM Directive adopted by Dutch Lower House

2 oktober 2012

On 2 October 2012 the Dutch Lower House adopted the Dutch legislative proposal implementing the Alternative Investment Fund Managers Directive (AIFMD) in Dutch law. As a result of that proposal, a very large number of currently exempted fund managers will become subject to supervision.

The bill (the “Bill”) implementing the Alternative Investment Fund Managers Directive in the Netherlands was put before the Dutch Parliament on 19 April 2012. The Bill introduces a licensing requirement for Netherlands-based managers of one or more “alternative investment funds” (“AIFs”), being any collective investment scheme that is not subject to authorisation under the European Directive regulating Undertakings for Collective Investment in Transferable Securities (“UCITS”).

As a result of the Bill, nearly all existing Dutch exemptions (€100,000 exemption, “qualified investors only” exemption, less than 150 offerees exemption) will be repealed. AIF managers (or self-managed AIFs) currently relying on these exemptions will require a license. In addition, currently licensed AIF managers and self-managed AIFs will need to obtain a new license from the Dutch Authority for the Financial Markets (“AFM”). The Bill also introduces a large number of amendments to the current Dutch framework for (managers of) non-UCITS these licensed collective investment schemes, including:

(i) new rules on “depositaries”;

(ii) changes in outsourcing rules;

(iii) new (ongoing and incidental) reporting requirements;

(iv) new investor disclosure requirements;

(v) new governance and organisational requirements (risk management, liquidity, valuation, etc.); and (vi) new remuneration rules.

Amendment of MP Huizing

The Lower House further adopted an amendment which was submitted by the Member of Parliament Huizing. Pursuant to this amendment, managers of AIFS in which only pension funds invest do not fall within the scope of the Bill. Prior to the vote on the amendment, Minister of Finance De Jager sent a letter to the Lower House, in which he explicitly advised against adoption of the amendment. In that letter, the minister also quoted the position of the AFM and the Dutch Central Bank who both wish to supervise managers of pension assets. The Lower House, however, ignored the advice of the minister and adopted the amendment.

Next steps

After the adoption of the Bill by the Lower House, the Proposal will be sent to the Upper House. The AIFMD must be implemented in Dutch law by 22 July 2013.

Newly registered managers will need to obtain a license by that date. Currently licensed managers will need to comply with the new Bill by the same date and to obtain a new license from the AFM.

 

Source: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33235https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33235

Geplaatst in: Nieuws Pension Sector

Kabinet stuurt septemberpakket pensioenen naar Tweede Kamer

1 oktober 2012

Het kabinet heeft op 24 september 2012 het septemberpakket pensioenen naar de Tweede Kamer gestuurd. Door dit pakket aan maatregelen kunnen pensioenfondsen hun financiële positie versneld in orde brengen.

Het septemberpakket richt zich primair op 2013, op weg naar een nieuwe Pensioenwet en een nieuw financieel toetsingskader (“FTK”), die in 2014 in werking treden. Het pakket leidt ertoe dat de pensioenpremies volgend jaar niet hoeven te stijgen en dat pensioenfondsen onder strikte voorwaarden verlagingen van pensioenen over meerdere jaren kunnen spreiden en beperken tot maximaal 7% per jaar. Het septemberpakket is afgestemd met de Nederlandsche Bank (“DNB”) en bestaat uit de volgende vier maatregelen. 1. Aanpassing rekenrente voor pensioenfondsen In overleg met DNB is besloten om de rentecurve voor zeer lang lopende verplichtingen (over 20 tot 60 jaar) aan te passen en in overeenstemming te brengen met de methode die vanaf 30 juni 2012 al voor verzekeraars geldt. Deze aangepaste methode (waarin een “ultimate forward rate” is verwerkt) maakt de rente minder gevoelig voor schommelingen op de financiële markten. 2. Adempauze voor eis dat premie moet bijdragen aan herstel Pensioenfondsen met een dekkingstekort krijgen in 2013 de mogelijkheid om éénmalig af te wijken van de wettelijke eis dat de pensioenpremie moet bijdragen aan herstel. Pensioenfondsen die niet voldoen aan de voorwaarden voor deze adempauze, kunnen DNB om maatwerk verzoeken. 3. Voorwaardelijke mogelijkheid om verlaging pensioenen te spreiden Pensioenfondsen krijgen de mogelijkheid om verlagingen van pensioenen over meerdere jaren te spreiden en te beperken tot maximaal 7% per jaar. De kortingen kunnen hierdoor beperkt blijven tot de kortingen die de fondsen in april 2013 al hebben aangekondigd. 4. Aanpassen pensioenregelingen per 1 januari 2013 Aan de (onder 3 genoemde) mogelijkheid om de verlaging van de pensioenen te spreiden wordt wel de voorwaarde verbonden dat pensioenfondsen de pensioenregelingen per 1 januari 2013 zullen aanpassen. Doel van deze aanpassing is om de pensioenregelingen alvast toekomstbestendiger te maken. Volgens het kabinet gaat het om de volgende aanpassingen. a. De in de pensioenregeling opgenomen pensioenrichtleeftijd (die in 2014 van 65 naar 67 jaar zou worden verhoogd), wordt in 2013 al verhoogd naar 67 jaar. b. Verdere stijging van de levensverwachting wordt ten laste gebracht van de pensioenen en de opgebouwde aanspraken. c. Bij het indexatiebeleid wordt vooruitgelopen op het nieuwe FTK. Dat betekent dat pensioenfondsen de pensioenen pas mogen verhogen als de dekkingsgraad boven de 110% komt (i.p.v. de huidige 105%).

Bron: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2012/09/24/brief-aan-de-tweede-kamer-over-het-septemberpakket-pensioenen.html

Geplaatst in: Nieuws Pension Sector

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 4
  • Pagina 5
  • Pagina 6
  • Pagina 7
  • Pagina 8
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 16
  • Ga naar Volgende pagina »

Disclaimer |Terms of Business |Privacy statement |Credits